Het passief.
Uit: 'Beter Nederlands 1"
De minister heeft een dreigbrief gekregen.
Wat staat er in de krant?
- Een onbekende heeft een dreigbrief aan de minister gestuurd.
- Er is een dreigbrief naar de minister gestuurd.
- De minister ontving gisteren een dreigbrief.
Welke zin gebruik je?
- De mensen mogen in de trein niet roken.
- Er mag in de trein niet gerookt worden.
- De sigaretten mogen in de trein niet gerookt worden.
Er is een kind in het water gevallen. Het verdrinkt bijna. De burgemeester van Brugge passeert en redt hem. In de krant staat:
- De burgemeester heeft een kind van de verdrinkingsdood gered.
- Er is een kind door de burgemeester van de verdrinkingsdood gered.
- Het kind is door de burgemeester van de verdrinkingsdood gered.
De burgemeester ligt zelf in het water. Iemand redt hem. In de krant staat:
- Iemand heeft de burgemeester van de verdrinkingsdood gered.
- Er is een burgemeester van de verdrinkingsdood gered.
- De burgemeester is van de verdrinkingsdood gered.
Over Kennedy.
- John F. Kennedy is in 1963 vermoord.
- Iemand heeft in 1963 John F. Kennedy vermoord.
- John F. Kennedy heeft in 1963 iemand vermoord.
Je bent naar de tandarts geweest. Je zegt:
- De tandarts heeft mijn tand getrokken.
- Mijn tand is getrokken.
- Ik heb de tand van de tandarts getrokken.
Je rijdt met je fiets tegen de auto van de buurman. Je belt aan bij de buurman en zegt:
- Er is een auto beschadigd.
- Ik heb uw auto beschadigd.
- Mijn fiets is door uw auto beschadigd.