Schrijf het adjectief in de juiste vorm: + e of zonder -e

Invuloefening.

Vul de gaten in, druk dan op 'controleer' om je antwoorden te controleren. Gebruik de 'help'- knop om de eerste letter van het woord te krijgen. Klik je op "[?]", dan krijg je een tip?. Je verliest wel punten als je deze twee knoppen gebruikt.

1. Ik draag een (rood) jasje.
2. De (prachtig) bezienswaardigheden zijn het uithangbord van Brugge.
3. Hij lokt het (lief) katje met een bordje melk.
4. In het (druk) centrum kon je op de koppen lopen.
5. Ik heb gisteren aangifte gedaan van de diefstaf van mijn (mooi) handtas.
6. Omdat hij zenuwachtig is, stoot hij het (vol) glas bier omver.
7. Hoewel hij (rijk) is, woont hij in een klein huisje.
8. (laag) tafels zijn heel onpraktisch.