taalschat i.v.m. het verkeer/ vul woorden in uit de tekst.

Multiple-choice oefening

Klik op het juiste antwoord bij elke vraag.

taalschat i.v.m. het verkeer

1. Voetgangers, loop altijd op deTROTTOIRS of de STOEPEN en steek de rijbaan over op het zebrapad.
2. We zijn OVER Gent naar Antwerpen gereden.
3. Voor het station van Kortrijk ligt een RONDPLEIN (verkeersplein). Daar moet je OM heen rijden, in de richting door de pijlen aangeduid.
4. Op het platteland tref je PADEN aan.
5. Neem altijd stipt het VERKEERSREGLEMENT in acht.
6. In die straat heeft rechts voorrang. Als je de voorrang rechts niet naleeft, zul je vroeg of laat eens een verkeersongeval veroorzaken.
7. Ken je het VERKEERSBORD dat het fietspad aanduidt?
8. Je gebruikt een SPIEGELEI om het verkeer tot stilstand te brengen opdat je schoolmakkers ongehinderd DE RIJBAAN kunnen oversteken.
9. Is er in die straat ook EENRICHTINGSVERKEER?