Karakter
Kruiswoordraadsel
Klik op een getal voor de definitie.
Horizontaal |
1. | Hij weet alles. Hij is ....................... | 4. | Hij liegt voortdurend. Hij is ........... | 6. | Hij loopt steeds heen en weer. Hij rookt vlug een sigaret. Hij is ............. | 7. | Zij is altijd vriendelijk. Iedereen gaat graag mee met haar. Zij is .......... | 8. | De kinderen tekenen met stiften op de muur in het huis. Deze kinderen zijn ........... |
|
Verticaal |
2. | Zij luistert altijd naar wat de lerares zegt en ze doet alles wat haar gevraagd wordt. Zij is .............. | 3. | Wij zijn vrolijk want wij hebben een goede test gemaakt. Wij zijn ......... | 5. | De baby huilt omdat hij honger heeft. Hij is ............. |
|