het voltooide deelwoord van scheidbare werkwoorden, 5
Multiple-choice oefening
Klik op het juiste antwoord bij elke vraag.
Hij heeft jarenlang hetzelfde beroep ............ (uitoefenen)
- uitgeoefend
- uitgeoefent
De rechter heeft een zware straf ......... (uitspreken)
- uitgespreken
- uitgesproken
Ik heb vlug een andere broek ...... (aantrekken)
- aangetrekt
- aangetrokken
Ik heb mijn beurt ................. (afwachten)
- geafwacht
- afgewacht
Heb jij die rare man ook .......... (opmerken)?
- opgemerkt
- geopmerkt
Ik ben om tien uur ........ (opstaan)
- opgestaan
- opgestond
Na een moeilijke selectieprocedure is hij alleen ........... (overblijven)
- overgeblijfd
- overgebleven
De kinderen hebben samen de straat ........... (oversteken)
- overgestoken
- overgestaken
Ik heb tien gram zout ....... (toevoegen)
- toegevoegt
- toegevoegd
Hij heeft tien ton zout naar Peru ............ (uitvoeren)
- uitgevoert
- uitgevoerd