het voltooide deelwoord van scheidbare werkwoorden, 2
Multiple-choice oefening
Klik op het juiste antwoord bij elke vraag.
Eten en drinken tijdens de les is niet ...................(toelaten)
- toegelaten
- toegelaat
Het aantal cursisten is met tien procent ..................(toenemen)
- toegenamen
- toegenomen
De leraar heeft alle problemen duidelijk ...............(uitleggen)
- uitgelegd
- uitgelegt
Op dat feestje was ik niet .................(uitnodigen)
- uitgenoodigd
- uitgenodigd
Zij heeft haar toespraak goed .................(voorbereiden)
- voorgebereid
- voorbereid
Hij is net met de trein ...............(aankomen)
- aangekomen
- aangekomt
Heb jij de nieuwe televisie al ...................(aansluiten)?
- aangesloten
- aangesluiten
Hij heeft de nacht buiten ...............(doorbrengen)
- doorgebrengd
- doorgebracht
Zij heeft het hopeloze van de situatie ................... (inzien)
- ingezien
- gezien
Hij is met haar ............... (meegaan)
- meegegaan
- meegegingen