De scheidbare werkwoorden - O.T.T. (B)

Gatenvuloefening

Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om uw antwoorden te controleren. Gebruik de "Hints"-knop om een extra letter te krijgen, wanneer u het lastig vindt om een antwoord te geven. U kunt ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: u verliest punten, wanneer u hints of aanwijzingen vraagt!

Vul de goede vorm van het werkwoord tussen haakjes in.

1. Om hoe laat jij je vriend aan het station ? (afhalen)
2. De man vlug de bus . (uitstappen)
3. De buren samen het huis . (schoonmaken)
4. Miek en Roel niet meer . (uitgaan)
5. Ik mijn oude kleren niet . (weggooien)
6. Eileen 's avonds de deur niet meer . (opendoen)
7. Ik het boek morgen naar de bibliotheek . (terugbrengen)
8. het boek maar even . (neerleggen)
9. 's Morgens jij de bedden . (opmaken)
10. Wim de melk . (opdrinken)