De voorzetsels : nr 1
Multiple-choice oefening
Klik op het juiste antwoord bij elke vraag.
De doos staat ...... de kast.
- in
- op
- onder
- voor
Ik ga.............. buiten.
- voor
- in
- naar
- op
Jan zit ..... Ali en Fatima.
- op
- onder
- boven
- tussen
Zes pennen liggen ....... de tafel.
- in
- op
- naar
- voor
De jas hangt ...... de kapstok.
- in
- op
- tussen
- aan
De lamp hangt ....... de tafel.
- in
- op
- boven
- voor
Lisa woont ....... de Langestraat.
- in
- voor
- op
- naar
Hij wijst met zijn vinger ....... de kast.
- tussen
- naar
- op
- achter
De student komt ....... Afrika.
- in
- op
- naar
- uit
Het is nu vijf minuten ...... tien.
- op
- naar
- achter
- over