Vul in 1 ( A )

Gatentekst

Typ een woord op de lege plaatsen. Maak de oefening helemaal en klik dan op "Antwoord controleren" .
Je krijgt een extra letter als je op "Hints" klikt. Je krijgt hulp als je op "?" klikt.
Maar dan krijg je minder punten.

   aan      in      met      naast      onder      op      uit   
1. Het boek ligt de tafel.
2. Het kopje staat de kast.
3. Ik neem mijn schrift mijn boekentas.
4. De studenten hangen hun jas de kapstok.
5. Mijn boekentas staat mijn tafel en mijn pen ligt de tafel
6. Mijn naam staat mijn schrift.
7. De kopjes staan de kast.
8. Het water is de fles.
9. Ik schrijf jouw naam krijt het bord.
10. Hij legt de koekjes de doos.
11. Marta zit in de klas altijd Paul, aan dezelfde tafel.